Wie ben jij?
Ik ben Mikolein Roorda en ik woon sinds 2014 weer in Vries, na een lange tijd in het buitenland gewoond te hebben.
Waar?
Tot mijn zesde woonde ik met mijn ouders in Jakarta in voormalig Nederlands-Indië. Later, na mijn studie tropische landbouw, ben ik in het ontwikkelingswerk terecht gekomen en heb ik in een heleboel landen gewoond; in Turkije, Tanzania, Kameroen, in Burkina Faso en ook in Engeland. Na een lange periode in Afrika heb ik 24 jaar in Zwitserland gewoond. Ik ben in mijn leven 23 keer verhuisd en uiteindelijk in 2014 hier in Vries neergestreken – zeg maar na mijn pensionering.
Je zei in het begin ‘woon … weer in Vries’ …
Ik kom niet echt uit Vries, maar mijn ouders hebben hier wel gewoond. En als we dan met verlof uit het buitenland kwamen dan hebben we weleens een aantal maanden en op een gegeven moment zelfs een jaar in Vries gewoond. Zo waren er wel een aantal redenen waarom ik na mijn pensionering in Vries ben beland.
Wat voor werk heb je gedaan?
In eerste instantie ontwikkelingssamenwerking in de landbouw – ik ben gespecialiseerd in tropische veehouderij. Maar op een gegeven moment heb ik, zoals dat wel vaker gebeurd tegenwoordig, een carrière-ommezwaai gemaakt en ben ik in de IT-sector terecht gekomen. Daarmee heb ik uiteindelijk ook mijn werkende leven afgesloten.
Wat heeft jou naar Plaats de Wereld gebracht?
Weer in Nederland zocht ik een activiteit voor mijn dochter, die niet helemaal zelfstandig is. Wij moesten hier gewoon alles weer opnieuw uitvinden aan activiteiten voor haar. Zij gaf aan dat ze tuinieren leuk zou vinden en zo ben ik hier bij Plaats de Wereld gekomen. Inmiddels is zij doorgeschoven en is zij andere dingen gaan doen, maar ik ben nog steeds hier.
Hoe komt het dat jij nog wel hier bent?
Nou omdat ik tuinieren en ook het contact met de mensen hier heel erg waardeer. En voor één persoon een moestuin hebben heeft geen zin. We zijn hier denk ik met een man of 15 die betrokken zijn bij de tuin. Ik doe soms nog andere activiteiten bij Plaats de Wereld maar ben in principe vooral in de tuin bezig.
Wat heeft Plaats de Wereld jou gebracht?
Het is niet zozeer dat ik mij bij Plaats de Wereld ging aansluiten om er beter van te worden. Maar wat voor mij een heel belangrijke factor is bij Plaats de Wereld is het contact met een netwerk van mensen die allemaal soortgelijke ideeën hebben over hoe we het leven willen leven.
Wat maakt Plaats de Wereld in jouw ogen bijzonder?
Wat vooral heel bijzonder is dat het een laagdrempelige omgeving is waar je makkelijk binnen kunt komen voor een praatje, voor een kopje koffie. Wat ik heel sympathiek vind is dat nieuwe Nederlanders die toch vaak met hun ziel onder de arm lopen, o.a. omdat ze geen werk mogen doen, hier een plek hebben gevonden. Ik vind het heel erg verrijkend dat ook al communiceren we vaak met handen en voeten – omdat iemand maar een paar woorden Nederlands spreekt – hij of zij toch gewoon meedoet.
Plaats de Wereld is niet de enige activiteit hier in het dorp waar ik mee bezig ben maar ik draag deze plek een warm hart toe.
Hoe zie je de ontwikkeling van Plaats de Wereld?
Dat vind ik moeilijk om daar een passend antwoord op te geven – zeker in deze corona-tijd. Want het is heel dubbel; we willen bij Plaats de Wereld juist veel mensen bij elkaar brengen en nu moet je ze weer uit elkaar halen. Nou goed, anderhalve meter dan maar het grijpt heel erg in op onze manier van werken. We moeten nu dus, zeker voor de binnen-activiteiten, mensen in kleine groepen verdelen. Voorheen was het altijd ‘the more the merrier’.
Wil je nog iets toevoegen?
Ik vind dat Plaats de Wereld echt een fantastisch initiatief is waar Vries trots op kan zijn.
Op het ogenblik zitten we wel op het punt dat we ons afvragen waar we het nodige geld vandaan halen? Zeker nu we bij de activiteiten moeten opletten dat je niet te veel mensen bij elkaar brengt is dat een groot probleem. Een nieuwe Nederlander bij voorbeeld die hier met open armen ontvangen wordt en die een praatje komt maken of koffie komt drinken – hoe je het ook wendt of keert – daar zit een kostenplaatje aan vast. Nou moet ik zeggen dat we erg creatief zijn en allerlei dingen bedenken om toch door te kunnen gaan.