Slim en veilig, toegankelijk voor iedereen en veilig en bereikbaar. Dat zijn de motto’s die centraal staan in het Mobiliteitsprogramma 2021-2030. Een plan waarin het college van gedeputeerde staten richting geeft aan het mobiliteitsbeleid voor de komende tien jaar. Het accent ligt daarbij nadrukkelijk op het stimuleren van fietsen en op het slim koppelen van verschillende vervoersmogelijkheden, zoals openbaar vervoer, publiek vervoer, auto én fiets. Het is de bedoeling dat Provinciale Staten het Mobiliteitsprogramma, samen met het beleidskader beheer en onderhoud en het Meerjaren Onderhoudsprogramma 2021-2024 in december vaststelt.
Het mobiliteitsprogramma is vooral een kader stellende visie op mobiliteit. Het zijn niet zozeer de projecten die centraal staan, zoals gebruikelijk was in de Provinciale verkeer- en vervoerplannen. Het gaat nu meer om de ontwikkeling van het mobiliteitssysteem als geheel. Daarbij zijn ook lessen getrokken uit de intelligente lockdown vanwege corona. Dat heeft mogelijkheden voor bijvoorbeeld spitsmijding door andere werk- en lestijden in een stroomversnelling gebracht en het bracht de fiets nog meer in beeld als duurzaam alternatief.
De ambities van het college zijn in het mobiliteitsprogramma verwoord in vijf hoofdkeuzes.
Met Toegankelijke en veilige bereikbaarheid geeft het college aan dat iedereen in Drenthe veilig de deur uit kan, met extra aandacht voor kwetsbare fietsers. Daarbij gaat het zowel om fysieke verkeersveiligheid als ook om sociale veiligheid, want de mensen moeten de straat ook op durven te gaan om deel te nemen aan de samenleving.
Met Mobiliteit op maat zet het college vooral in op het verbinden van eigen vervoersmogelijkheden met publiek vervoer en openbaar vervoer. Bij deze zogeheten ketenmobiliteit spelen hubs (OV-knooppunten) met goede voorzieningen, maar ook deelfietsen en deelauto’s, een belangrijke rol.
De hoofdkeuze Fiets als duurzaam alternatief spreekt voor zich. Het college wil dat Drenthe niet alleen de fietsprovincie, maar ook de fietsersprovincie bij uitstek is. Waarbij zoveel mogelijk bewoners en bezoekers gebruik maken van een veilige en aantrekkelijke fietsinfrastructuur. Daarmee doelt het college zowel op een verbetering van toeristische fietspaden als op het realiseren van doorfietsroutes tussen grote kernen.
Een Adequaat openbaar vervoernetwerk ziet het college als een onmisbare schakel voor de bereikbaarheid van onderwijs, zorg, werk en andere voorzieningen. Met de hubtaxi is Drenthe, samen met Groningen, de eerste regio in Nederland die deur-tot-deur openbaar vervoer aanbiedt.
Duurzame oplossingen en innovatie is het laatste hoofdthema in het mobiliteitsprogramma. Dit richt zich naast schonere vormen van vervoer, ook op gedragsverandering van reizigers via bijvoorbeeld werkgevers. Ook bij aanleg en onderhoud van provinciale infrastructuur speelt duurzaamheid een steeds nadrukkelijker rol.
De kaders in het mobiliteitsprogramma vormen de basis voor de uitwerking van duurzaamheidsplannen in een Regionaal Mobiliteitsplan (RMP), een voorgeschreven regionaal strategisch plan Verkeersveiligheid (SPV) en een uitvoeringsagenda fietsverkeer.
Naast deze uitwerking van het mobiliteitsprogramma werkt de provincie de komende jaren hard door aan projecten die al in gang zijn gezet.
Voor een beleidsmatige aanpak van het beheer en onderhoud van het provinciale wegen en vaarwegennetwerk legt het college van gedeputeerde staten ook een beleidskader voor aan provinciale staten. Onderdeel daarvan is het Meerjaren Onderhoudsprogramma 2021-2024. Dit is een planmatig en financieel overzicht van de werkzaamheden aan fietspaden, wegen, vaarwegen, bruggen, sluizen en beschoeiingen voor de komende vier jaar.